Update:
| 1 min
Geen lage-inkomensvoordeel meer voor werkgevers
De Eerste Kamer heeft deze week ingestemd met een voorstel van minister Van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid om het lage-inkomensvoordeel (LIV) af te schaffen. De maatregel wordt op 1 januari 2025 beëindigd.
Met het LIV hoopte men werkgevers te stimuleren om vaker mensen met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt in (vaste) dienst te nemen. Het effect van deze maatregel blijkt echter beperkt.
Ook het loonkostenvoordeel voor werkgevers die oudere werknemers in dienst hebben wordt stapsgewijs afgebouwd. Dat houdt in dat het loonkostenvoordeel voor oudere werknemers voor dienstbetrekkingen die zijn begonnen op of na 1 januari 2024 wordt verlaagd (per 1 januari 2025) en afgeschaft (per 1 januari 2026). Voor dienstbetrekkingen die zijn begonnen vóór 1 januari 2024 blijft het loonkostenvoordeel wel gewoon gelden.
Het kabinet wil wel blijven investeren in oudere werknemers en mensen met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt. Daarvoor worden andere maatregelen genomen zoals het structureel maken van het ‘loonkostenvoordeel doelgroep banenafspraak.’ Ook krijgen gemeenten vanaf 2025 compensatie voor het afschaffen van het LIV.
Waar het kabinet sowieso op inzet is de verruiming van de criteria van het loonkostenvoordeel voor het herplaatsen van een werknemer met een arbeidshandicap. Met de verruiming komen werkgevers in meer gevallen in aanmerking voor loonkostenvoordeel, wanneer zij een werknemer met een arbeidshandicap gedeeltelijk herplaatsen in de eigen functie of (geheel of gedeeltelijk) ergens anders in het bedrijf.